Tweede Kamer stemt in met omstreden wetsvoorstel beperking pensioenopbouw
Op 27 juni 2013 heeft de Tweede Kamer ingestemd met een wetsvoorstel dat voorziet in een verstrekkende beperking van de fiscale mogelijkheden om pensioen op te bouwen. Met de voorgestelde maatregelen verwacht het kabinet structureel €1,4 miljard te besparen.
Het wetsvoorstel regelt dat per 1 januari 2015 de maximale jaarlijkse opbouwpercentages worden teruggebracht tot 1,75% in geval van een middelloonregeling dan wel 1,55% in geval van een eindloonregeling. Ook voorziet het wetsvoorstel in een aftopping van het pensioengevend loon op €100.000.
Op verzoek van de sociale partners is in het wetsvoorstel een spaarfaciliteit opgenomen, de zogenoemde pensioenexcedentregelingen. Deze pensioenexcedentregelingen houden in dat voor een inkomen tot en met €100.000 gespaard kan worden voor een netto pensioenuitkering die vergelijkbaar is met een bruto-uitkering van 0,10% en dat bij een inkomen van meer dan €100.000 gespaard kan worden voor een netto pensioenuitkering die vergelijkbaar is met een bruto-uitkering van 1,85%. Voor pensioenexcedentregelingen geldt dat gespaard wordt uit het nettoloon, dat geen box 3-heffing is verschuldigd en dat de uitkeringen onbelast blijven.
Er bestaat veel kritiek op het wetsvoorstel. Het belangrijkste kritiekpunt is dat het wetsvoorstel niet garandeert dat een versoberde pensioenopbouw ook feitelijk leidt tot lagere pensioenpremies. Een verlaging van de pensioenpremies is namelijk een noodzakelijke voorwaarde om de met het wetsvoorstel beoogde bezuinigingsdoelstellingen te realiseren. Het kabinet hoopt dat de sociale partners hierover nadere afspraken zullen maken, maar kan op dit punt niets garanderen.
De Raad van State, het belangrijkste adviesorgaan van de regering, heeft voorts opgemerkt dat het wetsvoorstel ten onrechte vooruit loopt op de te verwachte wijzigingen in de Pensioenwet met betrekking tot het nieuwe pensioencontract. Zolang nog niet duidelijk is wat die wijzigingen zullen inhouden, is er geen zicht op het zogenoemde cumulatieve effect van de versoberingen. Hierdoor is het niet duidelijk of werknemers in de toekomst nog in staat zullen zijn om een adequaat pensioen op te bouwen.
De DNB en AFM, de toezichthouders in de pensioensector, voorzien daarnaast problemen met betrekking tot de uitvoering van de pensioenexcedentregelingen. Deze problemen betreffen vooral de te verwachte hoge uitvoeringskosten en de communicatie naar de deelnemers.
Vanwege alle kritiek heeft het wetsvoorstel in de Tweede Kamer alleen op de steun van de regeringspartijen kunnen rekenen. De voltallige oppositie heeft tegen gestemd. Gelet op de politieke verhoudingen in de Eerste Kamer, waar de regeringspartijen immers geen meerderheid hebben, is het maar zeer de vraag of dit omstreden wetsvoorstel ook daadwerkelijk in de huidige vorm de eindstreep zal halen.
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact met Elias van Kampen opnemen of hieronder een reactie achterlaten.
Bron: Elias van Kampen