Zekerheid kunnen we straks kiezen
Laten we het over pensioenen hebben. De opgebouwde pensioenpot in ons land is relatief hoog. Ga je uit van de rente uit het verleden, dan zou je een aan het einde van de rit een mooi resultaat boeken. De rente ontwikkelt zich al enige tijd ongunstig, de behaalde rendementen van de pensioenfondsen kunnen dit niet compenseren. Daar uit onderzoek blijkt dat we ook nog een stuk ouder worden lopen de kosten hoger op dan de rendementen Daarmee bevinden we ons in een ongelukkige periode en moeten we goed kijken hoe we het dat in de toekomst beter gaan doen. Om tot oplossingen te komen moeten we benoemen wat voor ons belangrijk is, welk pensioencontract past het beste bij mij, hoe sta ik tegen over korten en op welke manier kunnen we het reeds bestaande pensioencontract aanpassen.
Zekerheid kunnen we straks kiezen tussen zekerheid over de hoogte van uitkering of de ambitie van koopkrachtbehoud. Dat deze vormen uitersten zijn van elkaar is duidelijk, de zoektocht naar een vorm die tussen deze uiterste is wenselijk. Daarbij willen deelnemers weten wat hun eigen inleg is, maar ook hoe groot de gezamenlijke pot moet zijn om bestand te zijn tegen risico’s.
Zorgen we ervoor dat de feitelijke premie wat hoger is dan voor de dekkingskosten nodig is, zodat de pensioenen beter worden gefinancierd. De financiering nu is flinter dun en kan fluctuaties niet opvangen, waardoor de deelnemer meer risico heeft. Tegelijkertijd willen werkgevers niet meer premie betalen dan ze nu reeds doen. Daarbij mogen we niet vergeten dat het pensioen een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde is. Dus het belang van een goed pensioen ligt dus bij zowel werkgever als werknemer. Zo kunnen beide zich flexibel opstellen wat kan betekenen dat we later met pensioen gaan voor een hoger pensioen.